Il neige sur Liège

De vlokken grijs van roet
dwarrelen omhoog
boven de stad
vinden nergens in de vrieskou
het gat om doorheen
te ontsnappen

De schreeuw van vogels
in dit te late uur
breekt in grijzen en zwarten
van sneeuw die de stad
poogt te passeren

Geliefden houden
met te koude hand
de schemering
waarin de vlokken
verwarrend rondtollen
tussen hemel en stad
vluchtig vast verliezend
boven bepoederde pleinen

Terwijl de rivier stug
de stad doorboort
en mijn dromen
geruisloos
weg van hier voort

080408